De velden waar we het middagprogramma op zouden gaan spelen lagen bedekt met grote plassen water. Iets waar op dit moment alleen een rijstverbouwer in China nog plezier aan zou kunnen beleven.
We besloten daarom om een oud programma te pakken met een achttal binnenspelen. Zo kwam buitenspelen (binnen) uiteindelijk toch nog een beetje uit, omdat het met acht onderdelen binnen te krap was, en een onderdeel als nog onder de luifel werd gehouden.
De onderdelen bestonden uit een grote rupsband, waar je met de hele patrouille zo vaak mogelijk heen en weer moest zien te komen. Het hamerspel, waarmee je met een excentrieke pook, een bal op een parcours langs een aantal objecten moest zien te geleiden. Een slingerbal, die meer weg had van een sloopkogel. Hiermee moesten een aantal planken worden omgegooid. Lange afstandssjoelen, landveroveren, en zo nog drie onderdelen.
Nadat alle patrouilles alle onderdelen hadden gehad werden de puntenkaarten verzameld en geteld.
’s Avonds hadden we keuzespelen. Hier werd bij verschillende onderdelen druk gevist, naar vissen, maar soms had je ook opeens een duikboot aan je lijn. En dat kost je dan weer punten.
Buiten werd onder de luifel pannenkoeken gebakken. En in het lokaal ernaast werd de spelklassieker Duck hunt gespeeld.
In de hal/keuken moest je nog even scherp blijven, en letten op je woordkeuze. Want elke ja of nee kost je punten. En wat zeg je dat toch eigenlijk vaak, als je erop let.
Volgende week zwemwedstrijden!
Tot dan.
Het spelteam verkenners