Nu de zomer is aangebroken en de onderdelen allemaal op kamp gaan is het leuk om eens een historisch verhaal te delen. Hieronder vind je een kampverslag uit 1966 waarbij de verkenners van de Albert Schweitzergroep naar Engeland en Wales gingen. Veel leesplezier!
De Rotterdammer maandag 08-08-1966
Alber Schweitzergroep: “zeer de blitz”
De verkenners van de Padvindersgroep Albert Schweitzer kunnen terugzien op een zeer originele vakantie. De wens, hun “verkenningen” eens geducht naar onbekende oorden uit te breiden, bracht hen ertoe dit jaar een geheel (auto)mobiel kamp te organiseren.
Op een vrijdagnacht vertrokken de 38 jongens en leiders naar Oostende in België. Comfortabel gezeten in vier door henzelf bestuurde busjes. De overtocht naar Engeland was de eerste, de kennismaking met het linkshoudend verkeer de tweede belevenis.
Na een nacht en nog een nacht reizen bereikte de kleine colonne het nabij Londen gelegen Gilwellpark. Op dit ontmoetingscentrum van padvinders uit de gehele wereld worden de tenten opgezet.
De volgende morgen bracht een omvangrijke verrassing. De Engelse padvinders die de Nederlandse gasten door Londen zouden rondleiden, hadden gemeend dit groots te moeten aanpakken. Ze kwamen met z’n dertigen, jongens en meisjes, in een originele Londense dubbeldek-bus. Onder een stralende zon reed het tweetalig uitbundig gezelschap langs ongeveer alles wat de rijke historie van Londen aan bezienswaardigs heeft nagelaten. Een feestelijke Engelse maaltijd besloot een onvergetelijke dag. Twaalf uur later was de Albert Schweitzergroep opnieuw onderweg. Dwars door Engeland ging het naar Wales. Het vlakke land maakte plaats voor heuvels, de heuvels voor bergen. De wegen pasten zich daarbij aan, slingerend en golvend.
Toen de volgende kampplaats in zicht kwam, rustte de zon reeds in vurige gloed op de toppen van de bergen. De tenten werden opgezet in een prachtige dal aan een heldere beek. Heuvels dagen uit tot klimmen. De dinsdag was daarvoor bestemd. Het werd een zware tocht. Maar de Cadair Idris, de hoogste heuvel in die streek, beloonde elke stap met wijdsere vergezichten, over een zeldzaam mooi landschap.
Na een dag rust werd het kamp opnieuw verder naar het noorden verplaatst. Nant Gwynant overtrof al het voorgaande. Hier geen beek, maar een meer, helder als kristal. Zwemmen bleef de favoriete sport, totdat een Engelse jeugdleider ongevraagd een achttal kano’s kwam aanbieden. Die werden gebruikt zolang het licht bleef.
Niet alleen de natuur van Wales, maar ook de stadjes en kastelen moet men gezien hebben. Ook daarin werd voorzien, evenals in de behoefte te “passagieren” en zich souvenirs aan te schaffen.
De tweede week begon met een rustige zondag. De zondag met een kerkdienst, voorgegaan door de kampleider.
Nog een dag werd besteed aan een prachtige tocht over de eilanden Anglesey en Holy Island. Toen stonden de jongens voor wat letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van het kamp zou worden: De beklimming van de hoogste berg die Engeland rijk is, de Snowdon, 3500 voet oprijzend boven de zeespiegel.
Het werd een klimpartij die geen einde scheen te nemen. Na elke top volgde een ander, nog steiler en hoger. De brokkelige paadjes werden smaller, de rotsen die de jongens op hun weg vonden omvangrijker en moeilijker te nemen. Het enthousiasme verkeerde in hijgen.
Toen het voor iedereen vaststond dat het stellig niet zou lukken kwam de hoogste top in zicht. Een uur later stonden zij boven, vermoeid als ze nog nooit eerder geweest waren. Maar voldaan: de Albert Schweitzergroep had de Snowdon bedwongen.
De reis terug duurde twee volle dagen en een nacht. Het afscheid van Wales, de bergen en het meer was pijnlijk geweest. Maar het tussenstation, het padvindershotel “Baden Powell House” in Londen, deed dat weer vergeten. Daar vonden de jongens de luxe van maaltijden aan gedekte tafels, van douches en heerlijk zachte bedden.
In Antwerpen werd het kamp besloten met een zeer uitgebreid maal.
In het nachtelijke Rotterdam aangekomen was ineens alles voorbij. De busjes gingen terug naar hun baas, de jongens naar huis. Maar mèt zijn bagage en een machtige slaap nam ieder met zich mee de herinnering aan een geslaagd padvinderskamp in moderne stijl.
Commentaar van de jongens: “de blitz zeer de blitz”.