De wekker ging af bij alle verkenners en leiding afgelopen zaterdag. Het verkennerskamp stond op het punt om te beginnen en om zo veel mogelijk op te kunnen zetten, moet er vroeg opgestaan worden. Dit jaar hadden we een nieuwe indeling voor het meenemen van de bagage. Zoals de ouders/verzorgers, die hun kind(eren) uitzwaaide, vast al gezien hadden, waren er nu containers. Deze containers staan nu nog steeds op het kampterrein en worden ook weer ingeladen als we weer richting Rotterdam, ons thuisfront, vertrekken.
Toen de motoren van de vrachtwagen en de bus starten, ging het beeldscherm aan en hoorden wij het zo bekende deuntje van “20th Century Films”. Na het kijken van “Pinguins van Madagascar” en wij ons kapot hadden gelachen om Rico, Junior, Skipper & Lowanski, kwamen we aan in het noorden van Limburg, tegen de grens met Duitsland. Het glooiende landschap en de fluctuerende Maas heetten ons welkom.
De bus belande op het bospad en we stapten allemaal verheugd uit omdat we eindelijk aan waren gekomen. Aangezien de vrachtwagen niet harder kon rijden dan onze bus, waren wij eerder aangekomen. Omdat we bijna dagelijks op het tafelvuur koken, moeten we natuurlijk genoeg hout hebben. Mijn patrouille, de Zwaluwen, heeft al een grote stapel hout verzameld en ook Romar en Bart (Reigers) heb ik voorbij zien komen met een hele boom.
Al snel kwamen de vrachtwagens en konden we beginnen met het opbouwen van het kampje. Allereerst begonnen we met de tent, die wij na wat gepuzzel en gepas, op hebben gezet. Daarna begonnen we met het keukenzeil, waaronder wij altijd eten. Om ons gereedschap gedurende twee weken goed kwijt te kunnen, hebben we ook een kast in elkaar gezet en een pannenrek.
Dit zetten we allemaal goed vast met een sterke sjorring, een knoop die een belangrijke biniding vormen tussen verschillende pionierpalen. Dit doen we onder andere bij ons pannenrek en tafelvuur. Natuurlijk zijn er veel meer sjorringen verspreid over het gehele kamp, bijvoorbeeld in de vlaggenmast en in de toekomstige hindernisbaan.
Nadat alle kampjes klaar waren, ging de fluit en konden we onze eerste maaltijd ophalen. We kregen soep van Aldi-kwaliteit, dus goed, en heerlijke boterhammen, of zoals wij ze noemen “bobo’s”.
Toen onze buikjes waren gevuld, ging al weer snel de fluit voor het avondspel. Een spel kunnen we het alleen niet noemen; het was de avondwandeling langs alle highlights in de omgeving. Ook kregen wij een angstaanjagend verhaal te horen over drie wensen, die verkeerd uitpakten.
Uiteindelijk kwamen we weer terug in ons kamp en hebben we na een heerlijke kop thee en een wijze les, gedoucht. Daarna kropen wij in onze slaapzak (of hoe wij het noemen “wormzak”).
Geschreven door: Thomas met de hulp van Daan en Stefan van de Zwaluwen.