Oprichting
In maart 1935 beginnen de heren W. J. van Leeuwen van de NCPV en A. P. van Willigen met de voorbereidingen voor het oprichten van een nieuwe vereniging in Rotterdam. De officiële oprichting is 4 mei 1935 – dan nog onder de naam ‘Livingstonegroep’ – met Ale Gaele Stienstra als eerste hopman en Geert Wisse als vaandrig. De troep bestaat bij de start uit acht verkenners, maar groeit gestaag en nog datzelfde jaar wordt de horde opgericht met Akela Dingema van der Sloot en Baloe Jacomina van Schelven
Twee maanden worden er bijeenkomsten gehouden in de buitenlucht of bij de heer A. P. van Willigen op zolder, tot er in juni een lokaal gevonden wordt aan de Heer Kerstantstraat 27, achter het klooster in het Oude Noorden.
Op 23 april 1936 sluit de groep zich aan bij de NPV. Omdat er bij deze organisatie reeds een Livingstonegroep bestaat, wordt de naam gewijzigd in de Albert Schweitzergroep. De naam Livingstone komt later terug als de naam voor de stam, die in 1940 van start gaat.
Oorlogsjaren
Coen Prins is inmiddels hopman. Het zomerkamp van 1940 in Lage Vuursche bij Utrecht verloopt onrustig vanwege de eerste bombardementen op Soesterberg. Er volgt een onzekere tijd voor de gehele padvinderij in Nederland als in april 1941 de bezetter scouting verbiedt.
De Albert Schweitzergroep houdt clandestien bijeenkomsten en doet zich voor als een modelbouwgroep met de naam ‘HoKo’, oftewel ‘Houd Koers’. Met name de Livingstone-stam, onder leiding van Oubaas Stienstra, blijft actief. Zo zet de stam zich in als brandwacht voor het Eudokia-ziekenhuis in Rotterdam, samen met de Lischgroep en diverse andere padvindersgroepen.
Op 28 november 1944 wordt de verzetsstrijder Samuel Esmeijer, die samen met zijn broer sinds de jaren ’30 lid was van de Albert Schweitzergroep, neergeschoten als hij enkele andere verzetslieden tracht te bevrijden uit de Willem III kazerne in Apeldoorn.
Naast Samuel overleven ook ASG-leden Dick de Bruin, Koos Erwich, Marius van der Ven en Henk Verkuil de oorlog niet. Zij worden na de bevrijding herdacht op een bijeenkomst in december 1945.
Groei
Na de oorlog zet Stienstra zich in om de ASG weer op volle kracht te brengen, maar laat de functie van groepsleider over aan Jan Huis. Alhoewel het troeplokaal aan de Heer Kerstantstraat de oorlog heeft doorstaan, ziet de groep zich in 1949 genoodzaakt op zoek te gaan naar een ruimer lokaal. De snoepfabrikant M & P Smulders is zo vriendelijk ons een veldje toe te kennen op het fabrieksterrein aan de Ceintuurbaan.
Als Albert Schweitzer dat jaar Rotterdam aandoet, heeft de groep de eer hem een bezoek te brengen.
In een periode waar weinig van is overgeleverd volgen Adri Wolff, Jan Berg en tenslotte in 1958 Wim Dijksman elkaar op als hopman. Onder hopman Dijksman begint een enorme groei van de Albert Schweitzergroep, waardoor er een tweede maal gezocht wordt naar een groter gebouw. De groep verhuist naar de Bergse Rechter Rottekade, waar de troep tegenwoordig nog altijd zit.
In 1965 wordt de Calvijngroep opgenomen in de Albert Schweitzergroep. Samen met de welpen van die groep wordt een tweede horde gestart in het wijkgebouw ‘De Brandaris’ aan de Adrianalaan in Schiebroek.
Het jaar daarop wordt de Samuel Esmeijergroep ook met de ASG samengevoegd, waarop een derde horde ontstaat aan de Tak van Poortvlietstraat in Blijdorp.
In 1971 is de Brandarishorde uit haar lokaal gegroeid en verhuizen ze naar een eigen terrein aan de Hoge Limiet. Vier jaar later krijgt de Samuel Esmeijerhorde met hetzelfde probleem te maken, waarop zij verhuizen naar een terrein aan de Gordelweg.
Met overvliegers uit drie hordes groeit ook de troep als kool. De oorlogskantine en noodlokalen waar het troeplokaal uit bestaat worden al snel te klein en worden in 1983 vervangen voor een nieuw gebouw.
In 1993 verhuist Horde 3 van het vergrijzende Blijdorp naar de jongere wijk Zevenkamp.
Over de grens
In de periode van 1966 tot 1981 gaat de ASG regelmatig in het buitenland op zomerkamp: twee maal in Wales en drie maal in Noorwegen. Naar beide landen wordt de oversteek per boot gemaakt, waarna een rondreis van twee weken begint.
In Groot-Brittannië voert de reis onder andere langs Londen, het Gilwell Park, Abergynolwyn, de bergtoppen van de Cader Idris en de Snowdon, de burcht van Caernarvon, het Baden-Powell House en niet te vergeten Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch.
In Noorwegen trekt de groep langs Ose, Roldal, de Hallandsfossen-waterval, het Hardangervidda-gebergte, Uvdal en de havenplaats Larvik.
Heden
Hopman Wim Dijksman overlijdt in 2008 vlak na het zomerkamp. Hopvrouw Dijksman-Hoek, die zich evenzeer heeft ingezet voor de Albert Schweitzergroep, overlijdt vier jaar later. Weer twee jaar later overlijdt Wim Bol, vaandrig sinds 1965 en in het bijzonder actief in de destijds nieuwe rowan-afdeling. Meer recentelijk is het overlijden van Michiel Dijksman in 2020. Beter bekend als Chiel of Akkie ontfermde hij zich lange tijd als Akela over Horde 2.
In 2021 is de Albert Schweitzer groep nog steeds actief met drie speltakken (twee welpen horden en een verkenners troep). Het seizoen 2020 / 2021 is er één die we niet snel zullen vergeten. Door de wereldwijde corona epidemie waren fysieke scouting bijeenkomsten voor lange tijd niet toegestaan. Gelukkig zijn we niet voor één gat te vangen en hebben we met creatieve oplossingen en moderne techniek de bijkomsten zo snel mogelijk weer opgepakt. Door digitale bijkomsten op te zetten konden onze leden toch bij elkaar komen om scouting activiteiten te ondernemen.